Al op jonge leeftijd beginnen kinderen met leren van rekenen. In groep 3 en 4 van de basisschool wordt de basis gelegd voor het rekenen in de bovenbouw. Desondanks kan het zijn dat kinderen vroeger of later te maken krijgen met rekenproblemen. Het is van belang om rekenproblemen tijdig te ontdekken, zodat je er misschien wat aan kunt doen. Maar wat zijn rekenproblemen nu eigenlijk, wat zijn de gevolgen en hoe kun je rekenproblemen voorkomen als ouder en leerkracht? In dit artikel geven we je enkele antwoorden.
Wat zijn rekenproblemen?
Rekenproblemen ontstaan als een kind niet meer mee kan komen met de rest van de klas. Zo’n rekenprobleem kan klein zijn, maar ook heel groot. Bij een rekenprobleem mist een kind kennis en vaardigheden om een deel of geheel van een som te beantwoorden. Als een rekenprobleem niet wordt verholpen, zal de achterstand mogelijk groter worden. Zodoende nemen ook rekenproblemen verder toe. Naarmate de kinderen de bovenbouw betreden moeten ze heel veel vaardigheden kunnen gebruiken en is het belangrijk rekenproblemen te hebben verholpen.
Gevolgen
Het leren rekenen wordt stapje voor stapje opgebouwd vanaf de laagste klassen. Het cijfer- en getalbegrip wordt opgevolgd door optellen en aftrekken en al snel voegen zich daar de andere rekenvaardigheden bij, zoals delen, vermenigvuldigen, rekenen met breuken, kommagetallen, procenten, maten en gewichten. Kortom: een rekenprobleem heeft op alle onderdelen invloed. Als een kind de tafels niet goed beheerst wordt het vrijwel onmogelijk om later te rekenen met breuken en cijferen. Dit kan leiden tot frustratie bij een leerling, waardoor het vervelendste gebeurt de motivatie brokkelt geheel of gedeeltelijk af en een kind ziet op tegen het rekenen. Omdat rekenen veel tijd kost is het erg belangrijk dat kinderen gemotiveerd blijven worden. Verkeerde rekenstrategieën op de basisschool hebben ook gevolgen voor het middelbaar onderwijs, want daar worden vakken gegeven die op rekenen stoelen.
Rekenproblemen voorkomen